Autisme is een complexe stoornis. Meestal kun je aan de buitenkant niet zien dat iemand autisme heeft. Wel kun je na korte of langere tijd merken dat iemand zich anders gedraagt.
Je kunt het aan een aantal kenmerken herkennen. Het kan zijn dat iemand heel stil is of juist heel luid praat. Of dat iemand een hobby heeft waarover hij of zij maar niet raakt uitgepraat, in paniek raakt bij kleine veranderingen of bijvoorbeeld geen oogcontact maakt. Mensen zien dus gedrag dat anders is dan ze gewend zijn, maar weten niet waar het vandaan komt. Autisme kent veel verschillende uitingsvormen, daarom gebruiken we ook wel de term autismespectrumstoornis (ASS). Op plekken in deze tekst waar het woord autisme gebruikt wordt, bedoelen we deze brede betekenis.
Autisme is een stoornis in de informatieverwerking van de hersenen. Mensen met ASS nemen op een andere, meer gefragmenteerde wijze, hun omgeving waar. Informatie die via de zintuigen binnenkomt (zien, ruiken, voelen, horen, proeven), wordt bij mensen met ASS anders verwerkt. Zij hebben moeite om de details die zij waarnemen, te verwerken tot een samenhangend geheel. Autisme is een pervasieve ontwikkelingsstoornis. Met het begrip pervasief wordt aangegeven dat de problemen diep doordringen in verschillende ontwikkelingsgebieden (taal, motoriek, verwerken van prikkels, inlevingsvermogen). Het is een stoornis die mensen al vanaf hun geboorte hebben en die in hoge mate erfelijk wordt bepaald.
Autisme uit zich in gedrag en kent een aantal hoofdkenmerken. De voornaamste zijn:
Eerder werd autisme ingedeeld in drie verschillende vormen: autistische stoornis, stoornis van Asperger en pervasieve ontwikkelingsstoornis niet anderszins omschreven (PDD-NOS). Inmiddels is er gekozen voor een overkoepelende aanduiding: autismespectrumstoornis. De term spectrum geeft hierbij aan dat er diversiteit is in de manier waarop het autisme zich uit.
De nieuwe indeling (DSM-5) onderscheidt twee hoofddomeinen:
Hieronder vallen zeven criteria. In de DSM-5 zijn de criteria van de vertraging in de taalontwikkeling en het fantasiespel nagenoeg tot geheel verdwenen. Andere criteria zijn samengevoegd of anders beschreven. Daarnaast is er een nieuw criterium toegevoegd: de aanwezigheid van sensorische over-, of ondergevoeligheid. Om een diagnose ASS te krijgen dient de cliënt te voldoen aan alle drie criteria van de sociale communicatie en aan twee van de vier criteria bij het beperkte, repetitieve gedrag. In de DSM-5 wordt ook de ernst van de kenmerken van ASS benoemd. De ernst is verdeeld in drie maten: licht, matig en ernstig. De behandeling kan aansluiten op die kenmerken die voor iemand de meeste last veroorzaken in het dagelijks leven.
U kunt uw vraag makkelijk per mail aan ons stellen. Vul het formulier in en uw vraag wordt zo snel als mogelijk beantwoord.
Bent u in behandeling bij GGZ NHN, neemt u dan contact op met uw behandelteam.
Bent u in behandeling bij een ggz-team? Neem dan contact op via het secretariaat van het team.
Het algemene klantcontactcentrum van GGZ Noord-Holland-Noord is bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 08.30 tot 17.00 uur op telefoonnummer
Wilt u dat wij u terugbellen? Gebruik hiervoor onderstaand formulier!
Alleen verwijzers (huisartsen, medisch specialisten en BIG-geregistreerde psychologen) kunnen kinderen en jeugd, volwassenen en ouderen, aanmelden bij GGZ NHN via: