Iedereen is wel eens druk, angstig of somber. Dat is op zich niets bijzonders. Pas als een psychische klacht uw dagelijks leven belemmert, spreken we van een stoornis.
Psychische stoornissen zijn er in alle soorten en maten en hebben vaak grote invloed op het dagelijkse leven. Elke dag is een uitdaging en het is moeilijk een normaal leven te leiden, contacten te onderhouden, naar school te gaan of te werken.
Mensen met ADHD hebben levenslang problemen met de aandacht of concentratie, of ze zijn hyperactief en impulsief, of er is een combinatie van beide. Mensen met ADD zijn dromerig en hebben ook moeite met concentreren.
Dat ADHD of ADD bij kinderen kan voorkomen is wel redelijk bekend, maar ook volwassenen kunnen hier nog steeds last van hebben. Soms is het als kind niet gezien en hebben ze hun leven lang hinder ondervonden van de klachten die bij ADHD of ADD horen, waardoor bij studie, werk of relatie extra moeilijkheden kunnen ontstaan. Hierdoor ontstaan dan soms weer andere klachten zoals depressie, verslaving of angstklachten. Daarom is het belangrijk de klachten te benoemen als je er last van hebt en te leren er beter mee om te gaan. Bij GGZ-NHN hebben we zowel voor kinderen als volwassen behandeling voor ADHD en ADD. Dit kan zijn met medicatie of met groepsbehandeling om er beter mee om te gaan.
Iedereen kent gevoelens van angst en gespannenheid. Bang zijn is een reactie op dreigend gevaar. Bij reëel gevaar heeft angst de functie om ons te waarschuwen. Soms kunnen angsten aanwezig zijn in veilige situaties. De angsten hebben dan geen nut. Als deze angsten sterk en langdurig aanwezig zijn, kunnen ze hinderlijk worden. Mensen hoeven niet alleen last te hebben van de angstgevoelens, maar kunnen ook gehinderd worden door (lichamelijke) begeleidingsverschijnselen van angst. Daarnaast piekeren mensen met angstklachten over allerlei zaken die hen zouden kunnen overkomen, zonder dat daarvoor een aanleiding is. Doordat mensen onzeker worden van deze angsten en uitgeput raken, gaan ze allerlei situaties uit de weg.
Wanneer de angstklachten met piekeren en lichamelijke verschijnselen, zonder duidelijke aanleiding, langer dan zes maanden vrijwel continu aanwezig zijn en ze hinder of last geven in het dagelijkse leven, dan spreken we van een gegeneraliseerde angststoornis.
Bron: Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie - Copyright 2015 – www.nvvp.net
Autisme is een complexe stoornis. Meestal kun je aan de buitenkant niet zien dat iemand autisme heeft. Wel kun je na korte of langere tijd merken dat iemand zich anders gedraagt. Je kunt het aan een aantal kenmerken herkennen. Het kan zijn dat iemand heel stil is of juist heel luid praat. Of dat iemand een hobby heeft waarover hij of zij maar niet raakt uitgepraat, in paniek raakt bij kleine veranderingen of bijvoorbeeld geen oogcontact maakt. Mensen zien dus gedrag dat anders is dan ze gewend zijn, maar weten niet waar het vandaan komt. Autisme kent veel verschillende uitingsvormen, daarom gebruiken we ook wel de term autismespectrumstoornis (ASS). Op plekken in deze tekst waar het woord autisme gebruikt wordt, bedoelen we deze brede betekenis.
Iedereen voelt zich wel eens blij, gelukkig en vol energie, maar ook wel eens lusteloos, neerslachtig of in de put. Dit zijn normale gevoelens, passend bij mee- of tegenvallers, geluk of problemen in het leven, die iedereen heeft. Vaak gaat het om gevoelens, die enkele uren of enkele dagen duren. Het zijn normale variaties van iemands stemming.
Als iemand gedurende langere tijd te uitgelaten en vol energie is, spreken we van een manie. Is iemand juist veel te somber zonder zich erover heen te kunnen zetten, dan spreken we van een depressie. Een manie is dus het tegenovergestelde van een depressie.
Als iemand lijdt aan sterke schommelingen in de stemming, waarbij de stemming gedurende langere periodes of te uitgelaten of zeer somber is, spreken we van een bipolaire stoornis. Voorheen werd de bipolaire stoornis een manisch-depressieve stoornis genoemd.
De stemmingswisselingen kunnen af en toe optreden, met periodes van een normale stemming tussendoor. Ze kunnen ook snel achter elkaar optreden. Bij sommige mensen staat de manie op de voorgrond, bij anderen de depressie. Een manische periode kan worden gevolgd door een depressie, maar andersom is ook mogelijk. De stemmingen kunnen extreme vormen aannemen, zowel naar de depressieve als naar de manische kant.
Stemmingsstoornissen zijn psychiatrische ziekten die veel voorkomen. Tien procent van de mannen en twintig procent van de vrouwen maakt gedurende zijn/haar leven een depressie door. Voor de manie, en daarmee voor de bipolaire stoornis, is dat één tot twee procent, zowel bij vrouwen als mannen. De bipolaire stoornis openbaart zich vaak voor het eerst rond het 20ste levensjaar. Maar ook bij kinderen en jongvolwassenen kunnen zich verschijnselen voordoen die op deze ziekte wijzen.
Bron: Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie - Copyright 2015 – www.nvvp.net
Iedereen voelt zich wel eens lusteloos, neerslachtig of in de put. Het kunnen heel normale gevoelens zijn, passend bij tegenvallers of problemen in het leven die iedereen heeft. Vaak gaat het hierbij om gevoelens die enkele uren of enkele dagen duren. Echter, als deze gevoelens tenminste gedurende een paar weken het grootste deel van de dag bestaan en men zich niet meer over de somberheid heen kan zetten, dan spreken we van een depressie.
Een depressie is een ziekte. Depressie komt bij veel mensen voor. Tien procent van de mannen en twintig procent van de vrouwen zullen in hun leven een depressie doormaken. Een depressie kan op alle leeftijden vóórkomen. Zowel oudere als jonge mensen kunnen er last van hebben. In sommige families komen depressies vaker voor. In die families bestaat er een grotere kwetsbaarheid voor depressies.
Bron: Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie - Copyright 2015 – www.nvvp.net
Iedereen kent vaste gewoonten en routine handelingen. Zo controleren veel mensen het gas, licht en de sloten voordat ze naar bed gaan, terwijl ze eigenlijk weten dat het gas en licht uit zijn, en de deur op slot is. Zo’n extra controle geeft een gevoel van veiligheid in een situatie die risico met zich mee zou kunnen brengen. Als het risico groter wordt, bijvoorbeeld bij vertrek voor een vakantie van drie weken, controleren veel mensen hun huis extra goed. Soms rijdt iemand zelfs nog een keer terug om te zien of het gas echt uit is en de deur op het nachtslot. Dit soort herhalingsgedrag is normaal.
Er is geen sprake meer van een normale vorm van controleren, wassen of herhalen als mensen een groot deel van de dag hiermee bezig zijn, en de angst en onveiligheid hun leven gaat beheersen. We spreken dan van een dwangstoornis of obsessieve compulsieve stoornis.
Bron: Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie - Copyright 2015 – www.nvvp.net
Mensen met een eetstoornis hebben een gestoord eetgedrag. Ze eten niet als ze honger hebben, leggen zichzelf strenge dieetregels op die schadelijk zijn voor hun lichaam, of verzwelgen in een opwelling grote hoeveelheden - meestal ongezond en calorierijk - voedsel. Alles wat met eten en voedsel te maken heeft, is voor hen beladen. Hun leven wordt beheerst door (de gedachte aan) eten.
De meest voorkomende eetstoornissen zijn anorexia nervosa en bulimia nervosa. Bij anorexia nervosa is er sprake van een enorme angst om dik te worden, terwijl men juist weinig weegt. Bij bulimia nervosa heeft men regelmatig vreetbuien en probeert men gewichtstoename te voorkómen door zelfopgewekt braken of gebruik van laxeermiddelen. De laatste jaren is er toenemende aandacht voor de eetbuistoornis, ook wel ‘binge eating disorder’ genoemd. De eetbuistoornis lijkt op bulimia nervosa, maar dan zonder het schadelijke compensatiegedrag, zoals braken en gebruik van laxeermiddelen.
Anorexia nervosa en bulimia nervosa komen vooral bij vrouwen voor. Slechts één op de tien tot twintig patiënten is een man. De ziekte begint meestal in of vlak na de puberteit.
Bron: Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie - Copyright 2015 – www.nvvp.net
Als mensen ziek zijn of klachten hebben, gaan zij naar de dokter. Die weet meestal wel raad. Maar soms heeft de arts geen medische verklaring. Het is bijvoorbeeld niet duidelijk waarom je je beroerd voelt, pijn hebt of je vermoeid voelt. Vaak verdwijnt zo’n klacht weer na enige tijd. Maar in sommige gevallen houden de klachten aan. Als artsen op den duur dan geen verklaring kunnen vinden spreken zij van een ‘onverklaarde klacht’. Andere benamingen zijn ‘psychosomatische aandoening’, ‘functionele klacht’, ‘somatoforme stoornis’ of ‘lichamelijk onverklaarde klacht’.
Hoe vaak lichamelijk onverklaarde klachten voorkomen is moeilijk te bepalen. Waarschijnlijk is een groot deel van de klachten waarmee patiënten de huisarts bezoeken lichamelijk onverklaard. In de meeste gevallen verdwijnen deze klachten binnen enkele maanden. Ook bij specialisten (bijvoorbeeld internist ongeveer 50%) zijn klachten vaak onverklaard en herstelt een groot deel binnen enkele maanden.
Een klein deel van deze klachten blijft, zelfs na langdurig medisch onderzoek, bestaan en dan spreekt men van onverklaarde lichamelijke klachten of stoornissen. Veel voorkomend zijn onverklaarde pijnklachten; waarschijnlijk minimaal 10% van de bevolking. Ook buik-, maag- en darmklachten komen veel voor. Van chronische vermoeidheid heeft waarschijnlijk 2-2,5 % van de bevolking last. Uitvalverschijnselen komen relatief het minst voor.
Bron: Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie - Copyright 2015 – www.nvvp.net
Bang zijn is een normale reactie bij dreigend gevaar. Bij reëel gevaar heeft angst de functie om ons te waarschuwen. Maar soms ontstaan angsten zonder dat er een echt gevaar is. De verschijnselen waarmee angst gepaard gaat, treden dan ook op, zoals hartkloppingen, zweten, trillen, duizeligheid en een versnelde ademhaling. Hierdoor kan men denken dat het om een ernstige lichamelijke ziekte gaat, zoals bijvoorbeeld een hartaanval. Als de angst heel heftig is, spreken we van een paniekaanval.
Paniekaanvallen komen veel voor. Soms is er een aanleiding voor, maar vaak niet. De paniekaanval komt als het ware ‘uit de lucht vallen’. Het kan zijn dat iemand dit maar een enkele keer in zijn leven meemaakt, maar paniekaanvallen kunnen ook regelmatig terugkeren. Dit wordt dan een paniekstoornis genoemd. Omdat een paniekaanval bijzonder vervelend is om mee te maken, vermijden de meeste mensen die daar last van hebben situaties waarin (ze denken dat) de paniekaanval makkelijk weer terug kan komen. Die situaties zijn meestal plekken waar het heel druk is (supermarkt), of waar je niet makkelijk weg kunt (bioscoop, openbaar vervoer, lift). Deze vermijding wordt agorafobie genoemd. Agora is het Griekse woord voor marktplaats. Het is erg toepasselijk, want de meeste mensen die aan agorafobie lijden hebben er een grote hekel aan om bijvoorbeeld naar een drukke supermarkt te gaan.
Een paniekstoornis komt bij ongeveer 4% van de bevolking voor, driemaal zo vaak bij vrouwen als bij mannen. De stoornis begint meestal tussen het 20e en 40e jaar, maar kan op alle leeftijden voor het eerst optreden. Soms ontstaat de eerste paniekaanval na een ingrijpende levensgebeurtenis, zoals een bevalling, een lichamelijke ziekte of stress en conflicten op het werk. Vaak is er geen duidelijke aanleiding.
Bron: Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie - Copyright 2015 – www.nvvp.net
Ieder mens heeft een persoonlijkheid. Het is niet zo gemakkelijk te beschrijven wat dat precies is. Er bestaan vele definities en omschrijvingen. Volgens Van Dale is het de ‘som van iemands hoedanigheden, eigenschappen en karaktertrekken, waardoor hij zich als persoon stempelt’. Van stoornissen in de persoonlijkheid (ofwel zogenaamde persoonlijkheidsstoornissen) kun je spreken als:
Als het functioneren op basis van iemands persoonlijkheid zo gestoord is dat het grote problemen kan veroorzaken in het dagelijkse bestaan van de persoon zelf en/of in relatie met partner, familie en vrienden of op het werk, dan kan er sprake zijn van een persoonlijkheidsstoornis. Een persoonlijkheidsstoornis is een psychiatrische aandoening.
Bij een persoonlijkheidsstoornis is er sprake van een star patroon van persoonlijkheidstrekken, waardoor iemand niet goed in staat is zijn gedrag aan te passen aan wisselende omstandigheden. Er zijn verschillende manieren om persoonlijkheidsstoornissen te beschrijven, van globaal tot meer gedetailleerd. De globale indeling kent drie hoofdgroepen:
Bij de meer gedetailleerde beschrijvingen wordt gekeken naar bepaalde aspecten van de persoonlijkheid. Is iemand opvallend extravert (op de buitenwereld georiënteerd) of juist introvert (naar binnen gekeerd), erg tegendraads of juist inschikkelijk, geremd/dwangmatig of juist impulsief, emotioneel erg instabiel of juist stabiel.
Persoonlijkheidsstoornissen komen vaak voor, bij ongeveer 13% van de algemene bevolking. Niet iedereen met een persoonlijkheidsstoornis heeft behandeling nodig. Dit is afhankelijk van de last die de persoon ervan heeft. Bijvoorbeeld: iemand die heel pietluttig en nauwgezet werkt kan een dwangmatige persoonlijkheidsstoornis hebben. Maar als hij of zij werk heeft waarbij die eigenschappen juist gewenst zijn, hoeft dat niet tot problemen te leiden.
Bron: Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie - Copyright 2015 – www.nvvp.net
Schokkende gebeurtenissen zoals ongelukken, lichamelijk of seksueel geweld, huiselijk geweld, incest, natuurrampen en oorlogsgeweld veroorzaken een kwetsing of verwonding. Het Oudgriekse woord daarvoor is trauma. Oorspronkelijk werd daarmee vooral een lichamelijke verwonding bedoeld, maar tegenwoordig weten wij dat er ook psychische verwondingen bestaan. We spreken dan van psychologische trauma’s of psychotrauma’s. Net zoals de gevolgen van lichamelijk verwondingen helen deze psychische verwondingen gewoonlijk vanzelf. Meer dan 90% van de mensen die een psychotrauma doormaakt ondervindt daar van geen blijvende psychische schade.
Direct na een psychotrauma is het leven van de meeste mensen ontregeld. Mensen kunnen dan een wat wezenloze indruk maken, alsof zij er niet helemaal bij zijn. Pas als de eerste schok achter de rug is, komen de emoties los. Dat zijn vrijwel altijd verdriet en kwaadheid of een mengeling van beide. Deze verschijnselen zijn normale reacties passend bij een psychotrauma. Bij ongeveer 5-10% van de mensen die een psychotrauma hebben doorgemaakt blijven de verschijnselen langdurig bestaan. We spreken van een posttraumatische stress-stoornis (PTSS) als deze reacties niet minder worden en uiteindelijk niet verdwijnen. Een PTSS gaat gepaard met verschijnselen van stress, die zich uiten zowel in lichamelijke als in psychische klachten.
In Nederland kennen wij de PTSS ook als het post-concentratiekampsyndroom of het KZ-syndroom. Dit post-concentratiekampsyndroom werd na de Tweede Wereldoorlog vastgesteld bij mensen die in concentratiekampen verbleven hadden en daar nog vele jaren later last van ondervonden.
Men schat dat ongeveer 80% van alle mensen gebeurtenissen meemaakt die als buitengewoon naar en heftig ervaren kunnen worden. Onder de mensen die een psychotrauma hebben meegemaakt komt PTSS in 5-10% van de gevallen voor. Er zijn verschillen gevonden in het voorkomen van PTSS bij verschillende gebeurtenissen. Sommige gebeurtenissen worden beter verdragen dan andere.
Bron: Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie - Copyright 2015 – www.nvvp.net
Een psychose is een toestand van ernstige verwardheid, waarbij iemand het contact met de dagelijkse werkelijkheid gedeeltelijk of bijna geheel, kwijt is. Iemand die een psychose doormaakt ervaart gevoelens, indrukken en waarnemingen die niet overeenstemmen met de werkelijkheid. Zo kan men zich bedreigd of bespied door de omgeving voelen en kan men stemmen horen. Deze ervaringen maken grote indruk op degene die een psychose doormaakt en beheersen zijn of haar denken. Soms is men zo verward dat iemand nauwelijks meer geordend kan denken en praten. Meestal ontstaat een psychose niet plotseling maar is er een aanlooptijd waarin het gedrag verandert. Een psychose kan gevaar opleveren door onverantwoordelijk gedrag, agressie en zelfverwaarlozing.
Ruim 1 op de 100 mensen heeft ooit een psychose doorgemaakt. De aandoening komt overal ter wereld voor. Meestal doet zich een eerste psychose voor rond het twintigste levensjaar.
Bron: Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie - Copyright 2015 – www.nvvp.net
Schizofrenie is een ziekte van de hersenen, waarbij iemands denken, gevoelsleven en gedrag ernstig verstoord zijn geraakt. De ziekte wordt gekenmerkt door periodes met vreemd en verward denken, praten en doen: de zogenaamde psychotische perioden. Verder lijdt de patiënt aan een achteruitgang van zijn of haar psychisch en sociaal functioneren.
In een psychotische periode is het besef van de werkelijkheid verminderd. Het onderscheid tussen fantasie en werkelijkheid is zoek. Tijdens die periode, maar ook ervoor en erna, kan diegene een sombere of onrustige indruk maken, belangstelling voor de gewone dagelijkse dingen verliezen en minder gevoelens tonen.
Bron: Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie - Copyright 2015 – www.nvvp.net
Iedereen kent gevoelens van angst en gespannenheid in sociale situaties. Veel mensen vinden het vervelend om een praatje voor een groep mensen te houden, op een verjaardag als enige onbekende aanwezig te zijn of plotseling in een groep mensen in de belangstelling te staan. Bang zijn is een reactie op dreigend gevaar. In sociale situaties worden we als het ware gewaarschuwd op onze hoede te zijn, omdat we niet weten hoe anderen zullen reageren. Angst gaat vaak gepaard met lichamelijke klachten zoals hartkloppingen, zweten, trillen, duizeligheid en een versnelde ademhaling.
Mensen die iemand moeten toespreken voor een groep aanwezigen kunnen inderdaad erg zenuwachtig zijn en deze lichamelijke verschijnselen al van te voren merken. Soms kan angst de vorm aannemen van een paniekaanval. Dan worden deze angsten hinderlijk en gaan mensen allerlei sociale situaties uit de weg. Het dagelijkse leven kan daar behoorlijk onder lijden. Een terugkerend patroon van zulke angsten wordt een sociale fobie genoemd.
Ongeveer 5-15 % van de mensen heeft gedurende het leven last van een sociale fobie. Een sociale fobie komt ongeveer anderhalf keer vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Het is een chronische aandoening. Wel kan het zo zijn dat de ernst van de klachten wisselt, en men de ene periode meer sociale angstklachten ervaart dan andere perioden.
In het algemeen gaat de sociale fobie niet vanzelf over. De aandoening is echter goed te behandelen. Wanneer de sociale fobie niet behandeld wordt kunnen er in de loop van de tijd ook andere psychiatrische stoornissen ontstaan, zoals depressie en verslaving.
Bron: Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie - Copyright 2015 – www.nvvp.net
U kunt uw vraag makkelijk per mail aan ons stellen. Vul het formulier in en uw vraag wordt zo snel als mogelijk beantwoord.
Bent u in behandeling bij GGZ NHN, neemt u dan contact op met uw behandelteam.
Bent u in behandeling bij een ggz-team? Neem dan contact op via het secretariaat van het team.
Het algemene klantcontactcentrum van GGZ Noord-Holland-Noord is bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 08.30 tot 17.00 uur op telefoonnummer
Wilt u dat wij u terugbellen? Gebruik hiervoor onderstaand formulier!
Alleen verwijzers (huisartsen, medisch specialisten en BIG-geregistreerde psychologen) kunnen kinderen en jeugd, volwassenen en ouderen, aanmelden bij GGZ NHN via: